Het nieuw-realisme

De ommezwaai van kunst als elitair product naar een collectieve democratische activiteit ontstond oorspronkelijk als reactie op het experiment uit de jaren '50. De Actionpainting waarbij Jackson Pollock het canvas met verf bespatte of de Color Field Painting van Mark Rothko, die grote monochrome niet-figuratieve vlakken schilderde, paste niet meer in de tijdsgeest van de jaren '60.

Kunst moest toegankelijk worden. Daarom moest alles tot kunst worden verheven. De belichaming van dat 'alles' werd ingevuld door de populaire thema's uit de consumptiemaatschappij: televisie, fotografie, advertenties, krantenknipsels en seksualiteit. Alles werd voor iedereen aangereikt via de kunst. De grote start van dat nieuws kwam er door het werk van Richard Hamilton: Just what is it that makes today's homes so different, so appealing? Deze collage op papier uit 1956 werd als een van de eerste creaties van de populaire kunst of de Pop Art gezien. De benaming zegt het zelf: creaties uit de Pop Art putten vooral uit de populaire thema's en bereikten daardoor een groot publiek - wie kent de kleurenreproducties van Marilyn Monroe door Andy Warhol nou niet? 

Wanneer Andy Warhol bovendien van een blik tomatensoep een kunstwerk kon maken, dan kon de poëzie dat ook. Zo werd de nieuw-realistische poëzie geboren.