terug

'Bij wijze van inleiding' - proefnummer Het Cahier (1953)

Programmatische tekst Het Cahier 1 (1953) Nr. 00.jpg

Het proefnummer van het tijdschrift Het Cahier (1953) Nr. 00 opent met een programmaverklaring, ondertekend door De Nevelvlek. Het Cahier positioneert zich ten opzichte van andere tijdschriften. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op de vroegtijdige ondergang van vele periodieken destijds en de moedige poging van De Nevelvlek om vooralsnog een literair tijdschrift te publiceren. Verder legitimeert de redactie haar tekstselectie tegenover het leespubliek. Ze benadrukt dat de bijdragen in Het Cahier met de grootste zorg worden geselecteerd door een “speciaal gevormd comité” dat het gehalte van de ingezonden werken met “een titreerbuisje” afmeet. Tevens maakt De Nevelvlek een opvallend neo-avantgardistisch statement: Het Cahier poogt korte metten te maken met de passieve rol van de traditionele lezer door het leespubliek nadrukkelijk aan te sporen tot kritisch denken en reflectie.

Type
tekst
Bewaarinstelling
Poëziecentrum
Datum van creatie
1953
Taal
Nederlands
Transcriptie
BIJ WIJZE VAN INLEIDING


Wij menen niet dat het verschijnen van een nieuw letterkundig tijdschrift van aard is de Vlaamse kunstminnaar verrast te doen opkijken; op dit punt is hij nog moeilijk uit zijn evenwicht te brengen. Al te vaak heeft hij ze zien geboren worden, die elegante boekjes, met het frisse, vrolijke kaft en het fijne papier, glanzend van belofte ; al te vaak heeft hij ze kort daarna een pijnlijke en vroegtijdige dood zien sterven. Hij weet - en wij met hem — dat van alle druksels die men op hun kant zet, een tijdschrift het eerst omvalt.
Dat, op haar beurt, « De Nevelvlek » zich aan een dergelijke publicatie waagt, hoeft evenwel geen verwondering te wekken : zij was het aan zichzelf verplicht. Het cahier dat u thans vóór zich heeft, is het resultaat van een poging
— de nederigheid verbiedt ons op het heldhaftige van die poging te wijzen -— om een schuld in te lossen bij diegenen, die ons al die tijd hun warme sympathie en onverdeeld vertrouwen geschonken hebben. Wij bedoelen hier de jonge mensen, die zich geroepen voelen op hun eigen manier aan Apollo te offeren, doch door al te veel moeilijkheden — meestal materiële — verstoken blijven van de kans om een en ander uit hun werk te publiceren. Die kans wordt enkelen onder hen op de volgende bladzijden geboden.
Overstelpend veel bijdragen werden ingestuurd : klassieke en moderne, goede en slechte, werk van allerlei slag. Met de hand op het hart durven wij te verzekeren dat al die kopij met de nodige zorg en eerlijkheid gelezen en beoordeeld werd. Een speciaal comité werd gevormd, waarvan de leden, elk apart, hun oordeel lieten kennen over iedere inzender, wiens identiteit hun volslagen onbekend was. Er werd gelezen en herlezen, gepraat en gediscussieerd ; het gehalte van ieder werk werd als het ware met het titreerbuisje afgemeten. Meer kan een mens niet doen.
Dienen wij het opzet van dit cahier in extenso te verantwoorden ? Het zal de lezer onmiddellijk opvallen dat er van een wel omlijnde strekking, van een of ander duidelijk uitgesproken programma geen sprake is; het sectarisme heeft nooit in de lijn van « De Nevelvlek » gelegen. In de schoot van onze beweging treft men naast elke volgeling van Gandhi een nieuwe Bakoenin aan, kan men naast elke « reactionnair » een vurig « progressist » recruteren. Op de 60 blz. die volgen, komen enkele schrijvers en dichters aan het woord; ieder van hen heeft iets te vertellen ; hoe hij dat WENST te doen, is zijn zaak; hoe hij het zou MOETEN doen, zal de lezer zelf uitmaken.
Eén woordje nog, in de vorm van een bekentenis : wij zijn verzot op critiek, of zij nu als een hakbijl, dan wel als een bistouri gehanteerd wordt. Dat de lezer dan ook niet aarzele naar de pen te grijpen en liefst geen blad voor de mond neme; zelfs een scheldwoord kan aanleiding geven tot een meesterwerk... men weet nooit. Wellicht loont het de moeite al de gemaakte opmerkingen bij een volgende gelegenheid te confronteren. Het dient gezegd dat dit in de allereerste plaats afhangt van de welwillende aandacht die u -— wij zijn er stellig van overtuigd — dit eerste cahier niet zult willen onthouden.

DE NEVELVLEK.
Tags
De Nevelvlek, Het Cahier