Ontstaan van De Meridiaan

Opvallend is dat De Meridiaan eerder toevallig ontstond. Het tijdschrift werd boven de doopvont gehouden als reactie tegen een artikel van Pieter G. Buckinx (1950). In dat artikel beweert Buckinx dat de jongeren te tam zijn en niets meer durven. Clara Haesaert gaat tegen deze stelling in door een antwoord, Buckinx vergaloppeert zich, in De Gazet van Antwerpen te publiceren. Daarin belooft ze een tijdschrift op te richten om aan te tonen dat Buckinx fout zit. Het resultaat is het ontstaan van De Meridiaan.

In een intentieverklaring in het eerste nummer, Voor persoonlijk gebruik., geven de redactieleden aan dat zij oorspronkelijk geen tijdschrift wilden oprichten.  We moeten als lezer dan ook beseffen dat de totstandkoming van De Meridiaan voor de redactieleden “een overwinning van zuiver persoonlijke aard”  is. Het tijdschrift heeft tot doel “een podium te zijn” waar “degenen die IETS te zeggen hebben” het woord krijgen. Het wil m.a.w. “een trefpunt” zijn “voor allen die weten waar het in de kunst om gaat”. Daarbij spelen artistieke, sociale en politieke overtuigingen geen rol. Zelf hebben de leden van de redactie verschillende opvattingen en overtuigingen, maar ze kwamen tot “een smalle eensgezindheid” in het project dat De Meridiaan is. Hun motto is dan ook deze uitspraak van J.P. Sartre: “Quelle importance ils attachent, mon Dieu, à penser tous ensemble la même chose ».  In deze intentieverklaring worden nog geen literaire standpunten ingenomen.

Voor Persoonlijk Gebruik - jaargang 1 nummer 1.jpg