De rederijkers
In de Nederlandse letterkunde bleef het middeleeuwse fenomeen van de rederijkers voor een lange tijd onderbelicht, maar hun toonaangevende positie in het middeleeuwse literatuurbedrijf valt niet te ontkennen. Rederijkers zoals Anthonis De Roovere waren avant-garde, het toonbeeld van een invloedrijke stedelijke dichtcultuur. Hun dichtwerk werd enthousiast onthaald en kende een wijde verspreiding.
De eerste rederijkerskamers kwamen tot stand in het vijftiende-eeuwse Vlaanderen. De eerste toonaangevende kamers waren Den Boeck in Brussel en De Heilige Geest in Brugge. Kort nadien volgde de opkomst van kamers in de Noordelijke Nederlanden
In de vijftiende en zestiende eeuw kwamen zorgvuldig geselecteerde burgers in zogenaamde ‘rederijkerskamers’ samen om literatuur te produceren. Na de eerste kamers in Brussel en Brugge bevonden er zich snel meerdere kwamers in verschillende grote en kleine steden.
Het belangrijkste kenmerk van hun literair bedrijf was dat zij niet alleen maar teksten, vooral gedichten en toneelstukken, schreven, maar dat ze zich ook met elkaar wilden meten. Het ging erom te beoordelen wie het beste gedicht of het beste toneelstuk had geschreven. Deze rituelen en gebruiken creëerden een sterk samenhorigheidsgevoel.
Het samenhorigheidsgevoel dat de Rederijkers kenmerkt, moet uiteraard geplaatst worden in de vijftiende-eeuwse context van de kamers. Het fenomeen van de Rederijkers was namelijk een elite-cultuur. De kamers waren namelijk uiterst exclusief: wanneer er niet voldaan werd aan bepaalde verwachtingen en vereisten werd je niet toegelaten tot de rederijkerskamer.