Lut de Block werd op 28 december 1952 geboren in Hamme. Ze heeft twee zussen, Leen en Hilde en één broer, Walter.

Haar vader, René de Block was een zelfstandig handelaar in veevoeders.

Lut de Block vond als tienjarig kind haar vader dood op de keukenvloer. Dit kindertrauma was ook de inspiratiebron voor haar debuutbundel Vader die in 1984 verscheen.

Tijdens een middagvoorstelling in Poëziecentrum vertelde Lut de Block over het persoonlijk karakter van haar poëzie en gaat ze dieper in op de ontstaansgeschiedenis van de bundel Vader.

Toch benadrukt Lut de Block dat hoe persoonlijk een uitgangspunt voor een gedicht ook is, er toch een duidelijk verschil is tussen een emotie en een gedicht. "Gedichten reiken verder dan een persoonlijke emotie. Ze vormen veeleer een beletsel".

De drie kinderen van Lut de Block, Wina, Maarten en Joris figureren meerdere malen in haar gedichten. In Entre deux mers (1997) staat bijvoorbeeld het gedicht 'Zwijgend kijken mijn kinderen mij aan'. De cyclus 'Vruchtgebruik' met het bekende gedicht 'Dochter en ik' uit die bundel is zelfs volledig gewijd aan de opgroeiende dochter-figuur.

Ook de bundel Het onverborgene (2006) bevat verschillende dochter-gedichten en het gedicht 'Een zoon vertelt een moeder hoe het moet', opgedragen 'Aan Maarten'.

Hoewel het uitgangspunt van die gedichten ook in dit geval erg persoonlijk is, benadrukt Lut de Block dat de kracht van taal, zowel semantisch als op het vlak van muzikaliteit, primair is bij het schrijven van poëzie. De taal "stuwt je voort in het gedicht".