Van vaders en meeuwenpraat

Scan_20230324.jpg
Scan_20230324 (8).jpg

Lut de Block debuteerde in 1984 met de bundel Vader in het spoor van het nieuw-realisme. De bundel werd bekroond met de Yang Poëzieprijs (naar het gelijknamige literaire tijdschrift).

Vier jaar later volgde de bundel Landziek, waar de vaderfiguur ook nog steeds prominent in aanwezig is. Het gedicht 'Frankrijk' uit die bundel wordt bekroond met de Nationale Poëzieprijs van de Stad Poperinge. Met een aantal andere gedichten uit de bundel won ze in 1988 de Poëzieprijs van de Stad Leuven.

Haar enige uitstap naar het proza was de korte roman Huizen van Gras uit 1993. Hoe aanwezig de overleden vader-figuur nog steeds was, mag blijken uit het feit dat de roman opent met het befaamde vader-gedicht 'Ik heb je niet begraven' uit haar debuutbundel. Dat de roman een kantelpunt is in haar verwerkingsproces, blijkt uit het gedicht waarmee de roman afgesloten wordt en dat eindigt met "Dit is het laatste dat ik voor je schrijf. / Een witte streep getrokken op een blank papier."

 

Met de bundel Entre deux mers (1997) komt een van de andere thema's uit het werk van Lut de Block prominenter op de voorgrond, het vrouw-zijn.

Ze won met die bundel de Provinciale Prijs voor Letterkunde van Oost-Vlaanderen (2001) en de Arthur Mergelynckprijs van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (2001). Op Lyrikline kan je het titelgedicht van de bundel beluisteren.

Dit thema werd verder uitgediept in de bundels De luwte van het late middaguur (2002), Het onverborgene (2006) en Een tijdelijk onderdak (2015). Geleidelijk aan wordt dit thema gecombineerd met het thema van de vergankelijkheid.

Dat ze veel belang hecht aan het thema van de vrouwelijkheid in de poëzie, lag ook aan de basis van de bloemlezing Nooit te vangen met haar eigen pen (2005) die ze samenstelde, een verzameling van 200 gedichten "die de vrouwelijke stem in de Nederlandstalige poëzie zichtbaar maken". Bijzonder detail is dat ze ook acht mannelijke dichters  opnam in de bloemlezing, die (ondermeer) onder vrouwelijk pseudoniem schreven.

Scan_20230324 (4).jpg
Scan_20230324 (5).jpg
Scan_20230324 (6).jpg
Scan_20230324 (3).jpg
IMG_20230228_0002.jpg
IMG_20230228_0003.jpg
Scan_20230324 (10).jpg
Scan_20230324 (7).jpg
Scan_20230330 (2).jpg
meeuwenpraat-cov_page-0001.jpg

Op vraag van Poëziecentrum werd haar werk in 2014 gebloemleesd in Af & toe. Er werd een selectie gemaakt van 60 gedichten, geselecteerd over een periode van 30 jaar dichterschap.

Samen met de bloemlezing verscheen het essay Een vindplaats is geen schuilplaats, waarin Lut de Block onderzoekt wat poëzie met haar doet en wat zij op haar beurt met poëzie aanvangt. Het is een persoonlijke analyse van hoe ze tot het schrijven van poëzie is gekomen.

Omdat het essay ondertussen uitverkocht is en Poëziecentrum het toch belangrijk vindt om ook nieuwe lezers met de poetica van Lut de Block te laten kennis maken, wordt de tekst van het essay, in overleg met de auteur, gratis ter beschikking gesteld.

In maart 2023 verscheen de recentste dichtbundel van Lut de Block, Meeuwenpraat. Men en meeuw over de liefde.