Miriam Van hee - voluit Miriam Rosalia Van hee - werd geboren in Gent op 16 augustus 1952. Ze heeft één zus, Christiana en ze liep school op het Koninklijk Lyceum in Gent. Op bijgaande foto's zie je een aantal foto's van Miriam Van hee als kind en als (jonge) tiener.

De ouders van Miriam Van hee heten Andre Van hee en Augusta Janssen. Haar vader werd vereeuwigd in het gedicht 'Op de Watersportbaan' uit de bundel Ook daar valt het licht. In het gedicht observeert ze haar vader terwijl hij op de Watersportbaan in Gent roeit.

Miriam Van hee dankt haar eigen reislust aan haar vader, die voor de Belgische spoorwegen werkte en zo samen met zijn gezin een voordeeltarief genoot voor treinreizen overal in Europa.

Bregje en Andreas zijn de twee kinderen van Miriam Van hee uit haar huwelijk met Walter Provo. Het verband tussen de dagen, haar persoonlijke keuze uit haar vroege poëzie is opgedragen aan hen en aan Kris Ervynck, met wie ze sinds 1990 samenwoont.

Bregje maakte ook de foto van een tapijt in het pittoreske, kleine Maritieme museum in het dorpje Käsmu (Estland) waar Miriam Van hee in de lente van 2014 verbleef in het kader van een schrijversresidentie van Passa Porta. Een fragment uit deze foto werd later gebruikt voor de kaft van de bundel Als werden wij ergens ontboden van Miriam Van hee. De bundel bevat een cyclus getiteld 'Lente in Käsmu'.

Miriam Van hee heeft vijf kleinkinderen, die, net als haar andere familieleden, sporadisch "figureren" in haar gedichten.