Het tijdschrift Koebel en het begin van een literaire carrière

Tijdens zijn studentenjaren richtte Roel Richelieu Van Londersele het literaire tijdschrift De barst in de keel op. Hij was te jong om verantwoordelijke uitgever te zijn en na redactionele discussies werd de titel veranderd in Restant. Het eerste nummer van Restant verscheen in januari-februari 1971. De redactie bestond uit Gerrit Bosman, Jan Braet, André Lefèvre, Jean-Marie Maes, André Vansteenbrugge, Jozef Verbist en Roel Richelieu Van Londersele. Die redactie blijft ook voor de nummers 2 en 3 onveranderd, maar vanaf nummer 4 blijkt de lijst van de redacteurs een stuk korter.

Roel Richelieu Van Londersele zegt hierover: "Toen de redactieleden niet alle inzendingen te zien kregen, doordat een redactielid al een pre-selectie had gedaan, scheurden Jan Braet, André Vansteenbrugge, Eriek Verpale en ik ons af."

005.jpg
029.jpg
koebel-0.jpg

In oktober 1971 verschijnt het eerste nummer van Koebel met naast werk van de redacteurs, bijvoorbeeld ook gedichten van Louis Paul Boon.

Koebel zou tien jaar blijven bestaan en in die periode verschenen er 30 nummers. Het groeide uit van een veredeld literair studentenblad - aanvankelijk gesubsidieerd door het Gents Kultureel Konvent - tot een literair tijdschrift waarin heel wat belangrijke generatiegenoten van Van Londersele publiceerden: L.P. Boon, Hugo Claus, Nic van Bruggen pp, Miriam Van hee, Luuk Gruwez, Lucienne Stassaert, Gust Gils, ...

De redactie van Koebel bestond aanvankelijk uit Roel Richelieu Van Londersele, Jan Braet, André Vansteenbrugge en Eriek Verpale. Na een aantal redactionele wissels berustte het hoofdredacteurschap vanaf nummer 17 bij Roel Richelieu Van Londersele en Eriek Verpale. Vanaf nummer 27 vervoegde ook Daniël Billiet de gelederen.

 

Naast de reguliere afleveringen van Koebel, verschenen ook speciale afleveringen: nummer 7 is Marie Sans Toilette, het poëtische debuut van Roel Richelieu Van Londersele. Zijn debuut als essayist beleefde Van Londersele ook in Koebel. In het dubbelnummer 10-11 verscheen immers There is a method in his madness, een essay over de romans van Marcel Van Maele (aan wie Van Londersele ook zijn licentiaatsscriptie aan UGent had gewijd). Ook Eriek Verpale debuteert in Koebel nr.13 met zijn verhalenbundel Rabbi en Andere Verhalen.

In 1976 schrijft de redactie de Koebel-prijs uit. Uit de ingezonden manuscripten zal de redactie er een uitkiezen en het winnende manuscript zal als themanummer verschijnen. Marc Bruynseel was de gelukkige en de bundel Vanwege de Ruimte verscheen als Koebel aflevering 18.

Dubbelnummer 20-21 was een hommage aan beeldend kunstenaar Camille D'Havé. Het nummer verzamelde alle etsen van D'Havé gemaakt in de periode 1969 - 1976, telkens vergezeld van een gelegenheidsgedicht. Ook Hugo Claus werkte mee aan dit nummer.

1973_marie-sans-toilette.jpg
001.jpg
003.jpg
005.jpg
006.jpg
007.jpg
008.jpg
009.jpg
010.jpg

Ook met de vorm werd er geëxperimenteerd in Koebel. Zo verschijnt Koebel 24 als een kalender voor 1980 met onder meer gedichten van Henri-Floris Jespers pp, Roland Jooris, Eriek Verpale, Maris Bayar, Clara Haesaert, Dirk Christiaens, Miriam Van hee, Willem M. Roggeman en Willie Verhegghe.

Koebel 29 bestond uit 10 postkaarten met een gedicht of een grafisch werk erop.

De laatste aflevering van Koebel was een themanummer rond Gust Gils. Het bevatte oorspronkelijk dichtwerk en verhalen van Gils, een interview en kritische beschouwingen.

 

In 1988 schreef Dimitri Casteleyn een licentiaatsscriptie over Koebel onder de titel: Koebel (1971 - 1982). Een literair jongerentijdschrift (z)onder de vlag van de neo-romantiek. De scriptie kan ingekeken worden in het documentatiecentrum van Poëziecentrum.

 

Hoe een literair tijdschrift richting bepalend kan zijn voor de canonisering van auteurs en mee vorm kan geven aan een literaire stroming, bleek in 1981. Toen verscheen bij uitgeverij Van Hyfte de bloemlezing De Nieuwe Romantiek. Daarin werden Daniel Billiet, Luuk Gruwez, Miriam Van hee, Roel R. Van Londersele en Eriek Verpale, die allemaal in Koebel gepubliceerd hebben, naar voor geschoven als dichters van een nieuwe generatie die een romantische ondertoon gemeenschappelijk hadden. De bloemlezing werd samengesteld door Guy Van Hoof en Hugo Brems verzorgde de inleiding. Van Londersele kon zich vinden in het etiket "nieuwe romantiek", zeker toen recensenten hem een "a-sentimentele romanticus" of een "romantische structuralist" noemden.

de-nieuwe-romantiek.jpg
p-rendez-vous_rrvl-schermbeeld.jpg

Op 14 september 2011 was Roel Richelieu Van Londersele te gast in Poëziecentrum voor het maandelijkse middagprogramma Poëzie Rendez-Vous.

In het bijgevoegd beeldfragment vertelt Roel over het begin van zijn schrijverscarrière, het ontstaan van het tijdschrift Koebel en houdt hij ook een pleidooi voor toegankelijke poëzie.