Een penseel van wachten van Roel Richelieu van Londersele (1952) verscheen in augustus 1977 als dertiende deel van Hoofts bibliofiele serie. Het werk bevat drie gedichten en drie gehoogde etsen en is de tweede bibliofiele map van Van Londersele binnen de reeks. Een jaar eerder was als negende deel Tumor (1976) uitgekomen, waarvan hij eveneens zowel de gedichten als de grafiek had verzorgd. In 1981 zou hij voor het werk Mutaties de etsen vervaardigen.
Van Londersele was in de jaren zeventig een van de hoofdredacteuren van het literaire tijdschrift Koebel (1971-1982). Via deze weg benaderde Leus hem voor een deelname aan zijn bibliofiele reeks: “Herwig Leus kwam initieel bij mij terecht omdat ik een literair tijdschrift uitgaf (Koebel). Hij vond literaire tijdschriften altijd interessant. Toen hij merkte dat ik naast gedichten schrijven ook tekende, vond hij dat ik paste in zijn project en vroeg hij mij om deel te nemen”, aldus Van Londersele1.
Relatie woord en beeld
In Een penseel van wachten wisselen gedichten en etsen elkaar af. De etsen brengen de drie gedichten visueel tot leven, waardoor woord en beeld samen een geheel vormen. Dieren en kunstschilder Peter Paul Rubens lopen daarbij als rode draad doorheen het werk. Ontsnapt aan "de voelhoorns van tijd en versiering", zoals beschreven in het eerste gedicht, lijkt Rubens op te treden als een symbool voor tijdloosheid.
Onderlinge samenhang
Aan het eerste exemplaar is heel wat extra materiaal toegevoegd, waaronder verschillende genummerde kladbladen. Die bieden een unieke blik op de totstandkoming van het werk en Van Londerseles creatieve proces. Een schema op het tweede kladblad verduidelijkt de samenhang tussen de drie delen en de centrale rol die Rubens in het werk speelt. Vanuit de overkoepelende titel "de ontsnapte Rubens" vertrekken drie lijnen die leiden naar een beknopte omschrijving van elk deel. De aanduidingen "[Rubens] ontsnapt aan de tijd" en "[Rubens] ontsnapt aan de vrouw" verwijzen naar respectievelijk het eerste en het tweede deel. Het derde deel is herkenbaar in de omschrijving "Rubens = koning van overdrijving". De doorstreepte woorden "sheriff" en "saloon" wijzen erop dat Van Londersele aanvankelijk een ander idee had voor het derde deel. Dat idee is verder uitgewerkt op het zevende kladblad.
2077: only Rubens and Insects
Een opmerkelijk stuk uit het eerste exemplaar dat niet in de colofon wordt vermeld, is een versie van de eerste ets op karton met een zwarte omranding. Op het eerste gezicht lijkt het een kleurloze tekening in spiegelbeeld van de eerste ets te zijn, maar wie goed kijkt zal meerdere verschillen ontdekken. Het meest opvallend zijn de aanduidingen "1977" in het bovenste deel van de zandloper en "2077: only Rubens and Insects" onderaan het stuk. Het jaartal "1977" markeert het moment van creatie, terwijl "2077" een vooruitblik biedt op de toekomst, 100 jaar later. Die tijdsaanduidingen versterken het idee van Rubens als een symbool van tijdloosheid.
Voetnoten
1 Deze informatie is afkomstig uit mailverkeer met Roel Richelieu van Londersele, waarvoor dank.