Miriam Van hee: dichter

Koebel.jpg
1974_vanhee-gruwez_gezellen.jpg

De vroegste sporen van de poëzie van Miriam Van hee vinden we in het tijdschrift Koebel. In aflevering 6, lente 1973 van het tijdschrift vinden we twee gedichten van haar.

Dat haar poëzie niet onopgemerkt zou blijven, bleek al in 1974 toen ze (samen met een van haar goede vrienden, Luuk Gruwez) een van de laureaten was van de tweejaarlijkse Poëzieprijs van Kamer van Retorika de Gezellen van Sint Michiel. Miriam Van hee staat 4e van links op de foto. Luuk Gruwez tweede van rechts.

De winst moest ze in 1974 wel nog laten aan Georges Wouters (ze werd tweede). Bij de volgende editie in 1976 mocht ze de erepalm wel mee naar huis nemen

In 1978 debuteerde Miriam Van hee met de bundel Het karige maal. Met het manuscript ervan had ze in 1977 al de Poëziedebuut Provincie Oost-Vlaanderen gewonnen. Roland Jooris las het juryverslag voor (op de foto's een uittreksel van het juryverslag in het handschrift van Jooris en het programma).

Haar tweede bundel Binnenkamers en andere gedichten verscheen in 1980 bij het Masereelfonds.

1978_karige-maal-.jpg
vanhee-15.jpg
1977-programm-prijsuitreiki.jpg
1980_binnenskamers.jpg
de-nieuwe-romantiek.jpg
1977_vanhee-verpale-provo.jpg

Het werk van Van hee kende steeds meer bijval en in 1981 werd ze opgenomen in de bloemlezing De Nieuwe Romantiek (uitgeverij Van Hyfte). Daarin werden Daniel Billiet, Luuk Gruwez, Miriam Van hee, Roel R. Van Londersele en Eriek Verpale naar voor geschoven als dichters van een nieuwe generatie die een romantische ondertoon gemeenschappelijk hadden. De bloemlezing werd samengesteld door Guy Van Hoof en Hugo Brems verzorgde de inleiding.

Miriam Van hee distantieerde zich later van het etiket "Nieuwe Romantiek" omdat haar werk veel meer op de werkelijkheid betrokken is, dan dat van andere dichters die met die stroming geassocieerd worden.

Vanaf 1984 met de publicatie van de bundel Ingesneeuwd vindt het werk van Miriam Van hee onderdak bij uitgeverij De Bezig Bij.

Met regelmatige tussenpozen verschenen vanaf dan de bundels: Winterhard (1988), Reisgeld (1992), Achter de Bergen (1996), De Bramenpluk (2002), Buitenland (2007), Ook daar valt het licht (2013) en Als werden wij ergens ontboden (2017). In september 2022 verschijnt Voor wie de tijd verstrijkt.

1984_ingesneeuwd.jpg
004 (2).jpg
1988_winterhard.jpg
1992_reisgeld.jpg
1996_bergen.jpg
2007_buitenland.jpg
2013_licht.jpg
2017_ontboden.jpg
A72I1315.jpg
A72I1406.jpg
2022-tijd-verstrijkt.jpg
1993_dagen-jaren.jpg
2013_licht-bibliofiel.jpg
2015_leeftocht.jpg
005.jpg

De reguliere dichtbundels van Miriam Van hee verschijnen bij De Bezig Bij, maar af en toe werkt Van hee ook mee aan een bibliofiele publicatie.

Zo verscheen in 1993 de bundel Dagen, jaren als 21e deel van de Zwarte Reeks van uitgeverij Herik. Bij die genummerde en gesigneerde publicatie maakte de Nederlandse beeldend kunstenaar Gèr Boosten vier penseeltekeningen in Chinese inkt.

In 2013 verzorgde de Ergo Pers een bibliofiel pendant van de bundel Ook daar valt het licht. De Vlaamse kunstenaar Jean-Marie Bytebier maakte een suite van 4 etsen bij de uitgave.

In het voorjaar van 2015 verscheen Leeftocht, een bibliofiele duopublicatie van Miriam Van hee en Hester Knibbe bij de Atalanta Pers. Het boek werd op 99 exemplaren gedrukt en gesigneerd door beide auteurs. René Bakker zorgde voor een frontispice.

In 2017 werd een gelijknamige cd op 65 exemplaren gemaakt waarop de dichters de 24 gedichten uit de bundel inlezen. In het fragment hieronder leest Miriam Van hee het gedicht 'We reden in het donker':

 

 

In 2019 was Miriam Van hee te gast in de Paarse Zetel-lezing in de openbare bibliotheek Gent. Ze werd geïnterviewd door Griet Pauwels en vertelde onder meer over haar jeugd, het ontstaan van haar schrijverscarrière en de belangrijkste thema's in haar werk. Je kan het interview hier nabeluisteren.