Symbiose van traditie en moderniteit!
‘Vormen’ is een blad dat schippert tussen traditie en moderniteit. De vernieuwing schuilt in de symbiose van een traditionele vorm en een experimentele inhoud. De dichters nemen hierbij nog geen radicale standpunten in, dat is ook te zien in de steeds veranderende poëtica van Paul de Vree die na de oorlog wel steevast kiest voor avant-gardistische poëzie.
De poëzie uit ‘Vormen’ strookt wel degelijk met waarvoor ze pleiten in hun manifest. Buckinx, De Vree en Verbeeck leggen elk hun eigen klemtoon, maar de vormkracht- de kracht van beelden en klanken- komt altijd zeer sterk naar voren in ‘Vormen’. Algemeen houden ze er elk ongeveer dezelfde poëtica op na, namelijk die waar de schoonheid en individualiteit primeert op de inhoud.
De poëzie van ‘Vormen’ kan omschreven worden als een klankenspel dat levenskracht, maar ook bezinning centraal stelt. Het is een innige, persoonlijke poëzie die niet in teken staat van de maatschappij.