In elk onderzocht gedicht zijn een of meerdere waarden uit het gedachtegoed van Ter Waarheid aanwezig. Het katholicisme en het universalisme, de idee van universele broederschap, komen over het algemeen het vaakst naar voren: in heel wat gedichten wordt God aanroepen of spreekt  het lyrische ik zijn ‘geliefden’ en ‘broeders’ aan. Minder prominent aanwezig is het pacifisme. Enkel in Moens Een mei is er een expliciete verwijzing naar vrede. Het Vlaams-nationalisme komt in geen enkel gedicht uitdrukkelijk naar voren.

Hoewel de meeste bronnen vermelden dat Ter Waarheid kan worden beschouwd als een platvorm voor het humanitair-expressionisme, blijkt uit de gedichtenanalyses dat zeker niet alle gedichten tot deze literaire stroming behoren. Enkel Wies Moens is een overtuigd voorstander van het humanitair-expressionisme. Reinier Ysabie en Achilles Mussche daarentegen lijken te twijfelen tussen traditie en experiment: hun gedichten bevatten wel nog een rijmpatroon, maar de structuur resp. de ongelijke lengte van de verzen doet eerder experimenteel aan. Urbain van de Voorde blijft een bezield aanhanger van de klassieke poëtica: alle gedichten die van zijn hand in Ter Waarheid verschijnen, zijn in sonnetvorm geschreven.   

Het onderzoek dat ik heb gevoerd is uiteraard slechts één van de vele mogelijke onderzoeken naar Ter Waarheid. Aangezien het door het beperkte bestek onmogelijk was om alle poëzie uit Ter Waarheid in detail te bespreken, heb ik mij enkel op een paar gedichten van vier Vlaamse dichters toegelegd. De talrijke gedichten van buitenlandse dichters, de essays over literaire stromingen, de vele boekbesprekingen en toneelrecensies, de verslagen over literaire prijsuitreikingen en de besprekingen van buitenlandse tijdschriften liet ik allemaal buiten beschouwing. Om echter een vollediger beeld te krijgen van Ter Waarheid  zijn bijkomende onderzoeken vanuit verschillende invalshoeken wenselijk en noodzakelijk.