De humanitaire expressionisten leverden slechts een oppervlakkig staaltje poëzie volgens de redactie van ‘Vormen’. In hun poëzie heerst er meer diepgang: het gaat om reflectie, bezinning, en concentratie waarbij de algemeen menselijke emoties geuit worden. De eigen wereld wordt vervangen door een escapistisch paradijs van zuiverheid dat enkel toegankelijk is voor kinderen en dichters. Het evenwicht is op het vlak van de versvorm komt heel beheerst over en geeft een gevoel van bezinning.
De zuiverheid komt het sterkst bij Buckinx naar voren. In zijn paradijselijke wereld wordt de zuiverheid gecreëerd in de beelden van kristal en sneeuw. Toch wordt de helderheid en kilheid tegelijkertijd tegengesproken door het vuur dat symbool staat voor de hartstocht en het vitalisme. Er heerst dus altijd een dualiteit tussen bezinning, vergankelijkheid enerzijds, vitalisme en levenslust anderzijds (Van de Perre 1983, 86). De zuiverheid wordt geïllustreerd in ‘Droomvuur’ van Buckinx.